Oppositiepartijen in Zuidplas willen met gezwinde spoed een debat over het gevoel voor humor van het huidige college. “Of eigenlijk het gebrek daaraan,” benadrukt Marc Lansink, CDA-raadslid. “Het lijkt erop dat het college niet ‘in control’ is over haar eigen ‘grappen’. Wij vrezen het ergste.”
Volgens het leidinggevend oppositietrio Lansink (CDA), Bac (CU/SGP) en Helmer (PvdA/GL) probeert het college alle kritiek die het krijgt op welhaast ‘Ruttiaanse wijze’ weg te lachen. Lansink: “Als ik met Frans Klovert op twitter een lekkere zure woordenwisseling heb, waarin wij beiden zoals het hoort ons eigen straatje schoon proberen te vegen, komt wethouder Muller er weer doorheen zetten met een ‘groepshug’. Jammer. Zo probeert hij ons te ‘framen’, terwijl ik uit alle macht probeer om niet met Klovert door één deur te kunnen.”
Volgens Bert Doek, die namens CU/SGP de portefeuille ‘grappen en grollen’ beheert, is het college qua humor te reactief. “Het lijkt erop dat de humor het college boven het hoofd gegroeid is. Terwijl het op dit belangrijke gebied juist een trekkersrol zou moeten vervullen. En de infonota ‘moppen- en flappentappen’, die wij op 28 januari ontvingen, neemt onze vrees absoluut niet weg. Sterker: onze zorgen over de bestuurlijke sensitiviteit op het gebied van humor zijn alleen maar toegenomen.”
Deze week was de maat voor Pieter Beeldman (woordvoerder linkse humor) vol. “Ik concludeer dat noch het college, noch de coalitie enige cabareteske of clowneske consensus weten te creëren. Ze brengen alleen ad hoc grappen op het toneel, zonder dat ik daar enige noemenswaardige lange termijnhumor in kan herkennen. En als ik serieus stel dat ik het wil weten wanneer een wethouder van zijn stoel valt, krijg ik geen ‘nota van beantwoording’, maar een flauwe foto van wethouder Muller. Nou: hahaha. Wat grappig. Zo voel ik mij als raadslid niet serieus genomen, natuurlijk.”
(fotograaf: wethouder Jan Hordijk)